Sommige gegevens zijn geschikter om in een grafiek te verwerken dan als tekst aan te bieden. Bijvoorbeeld cijfers of resultaten van onderzoeken. De grafiek moet niet alleen gebruiksvriendelijk zijn, maar ook digitoegankelijk. Hieronder voorbeelden van de soorten grafieken die je op dit moment op het vernieuwde PRO kunt inzetten.
Voorbeeld gestapelde kolomdiagram
OCW-uitgaven aan wetenschapsinstellingen
in miljoenen euro
OCW Jaarverslagen
In de periode van 2000 tot en met 2010 is sprake van een stijgende trend. De daling in 2011 is - behalve aan de overheveling van het TNO-budget - mede toe te schrijven aan de afname van de geoormerkte subsidies. Na wat schommelingen is er vanaf 2014 weer een toename van de middelen, waarbij vooral in 2018 een stevige toename zichtbaar is dankzij intensiveringen in de geoormerkte middelen en in de NWO-hoofdbekostiging. In 2019 is er vervolgens groei in alle andere posten, met uitzondering van een lichte afname in de NWO-hoofdbekostiging. In 2020 volgt dan een daling met 8% van het totaalbudget, als gevolg van bijna een halvering van de KB-bekostiging en een daling (-13%) in de NWO hoofdbekostiging tot het niveau van 2017. De cijfers vanaf 2021 laten weer groei zien, met een forse toename van ruim 20% in 2022. Dit is vooral dankzij een 48% stijging in de geoormerkte subsidies gecombineerd met groei in alle posten.
Overig
Geoormerkte subsidies
Internationale instellingen
Wettelijke Bibliotheekinstellingen
TNO
KNAW
NWO hoofdbekostiging
2000
23,6
46,2
65,9
28,7
173,3
67,8
281,3
2001
14,9
86,9
67,4
39,7
186,2
74,9
286,7
2002
19,7
113,5
67,8
41,1
194
77,1
288,4
2003
18,2
61,8
68,9
42,9
189,2
78,4
313,8
2004
19,9
92,5
69,2
46,9
194,1
83,2
303,6
2005
22,7
111,6
67,4
46
195,4
86,5
306
2006
55,8
185,7
40,1
47,9
197,3
87,8
308,1
2007
25,6
225,8
69,1
52,1
194,4
90,2
311,1
2008
36,8
242,4
74,3
55,1
198,7
91,7
315,6
2009
52,5
353,2
81,5
56,6
199,8
94,1
325,6
2010
51,6
437,7
82,5
54,1
192,8
93,5
319,6
2011
48,7
300,4
84,4
54,2
0
93,8
325,5
2012
48,9
311,3
91,3
61,3
0
94,3
327
2013
44,1
293,1
84,3
54,3
0
93,4
320,9
2014
38,6
298
85,7
46,9
0
91,3
365,9
2015
29,9
251,6
91,5
89,7
0
88,9
483,2
2016
26
253,6
90,9
90,6
0
89,4
489,6
2017
25,4
256,2
95,8
92,6
0
89,6
475,1
2018
26
358,9
89,8
95,8
0
89,6
556,8
2019
25,7
411,7
93,9
98,3
0
92,7
528,5
2020
28,1
419,1
97,2
51,6
0
94,8
459
2021
25,918
424,221
100,07
50,956
0
96,271
496,101
2022
31,232
627,353
111,481
59,239
0
100,842
508,479
Bron: Rijksjaarverslagen - Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Definitie: Uitgaven van het Ministerie van OCW aan wetenschappelijk onderzoek. Exclusief het onderzoek aan hoger onderwijsinstellingen. Trendbreuk tussen 2010 en 2011 vanwege de overheveling van het budget voor TNO naar het ministerie van EZ. Het gaat niet alleen om uitgaven voor onderzoek. De geoormerkte subsidies bestaan o.a. uit de Vernieuwingsimpuls, Grootschalige infrastructuur, Regieorgaan Onderwijsonderzoek en FES-subsidies. De categorie "overig" bestaat o.a. uit bijdragen aan overige instituten, nationale coördinatie, bilaterale samenwerking en het Nationaal Contactpunt Kaderprogramma.
Beschikbaarheid: Jaarlijks
Laatste publicatiedatum: juni 2023
Voorbeeld niet-gestapelde lijndiagram
Uitgaven aan cultuur als aandeel van de totale overheidsuitgaven in Europese landen 2011, 2015 en 2020
ocwincijfers.nl
Land
2011
2015
2020
European Union - 27 countries (from 2020)
1
1
1
Euro area - 19 countries (from 2015)
1
1
0,9
Belgium
0,9
0,9
0,9
Bulgaria
1,1
1,5
1,1
Czechia
1,5
1,4
1,4
Denmark
1,2
1,2
1,2
Germany (until 1990 former territory of the FRG)
0,9
0,9
0,9
Estonia
2,7
2,6
2,1
Ireland
0,8
0,9
0,8
Greece
0,2
0,2
0,3
Spain
1,3
1
0,9
France
1,3
1,2
1,2
Croatia
1,4
1,4
1,4
Italy
0,6
0,7
0,6
Cyprus
0,9
0,7
0,6
Latvia
2,4
2,9
2,2
Lithuania
1,4
1,8
2,1
Luxembourg
1,1
1,1
1,1
Hungary
1,6
1,6
2,6
Malta
1,4
2,1
2
Netherlands
1,1
1
1,1
Austria
1,1
1
0,9
Poland
1,5
1,5
1,4
Portugal
0,7
0,4
0,6
Romania
1,1
1,2
0,9
Slovenia
1,6
1,5
1,3
Slovakia
1,4
1,2
1,4
Finland
1
0,9
0,9
Sweden
1,1
1
1,1
Iceland
5,2
2,5
2,5
Norway
1,3
1,3
1,3
Switzerland
1,2
1,2
1,2
Bron: Uitgaven OCW, Artikel 14: Rijkfinancien.nl/ Jaarverslagen OCW/ Artikel 14. Uitgaven Provincies en gemeenten: CBS, Detaillering cultuurlasten gemeenten en provincies 2017, 2019, 2020 en 2021.
Voorbeeld lijndiagram met markering
Ontwikkeling bruto rijksuitgaven aan cultuur 2012-2021 inclusief Corona steunmaatregelen in 2020 en 2021
Index vanaf 2012
ocwincijfers.nl
Periode
Kunsten
Erfgoed
Film
Letteren en bibliotheken
Creatieve industrie
Archieven
Cultuureducatie en amateurkunst
Bovensectoraal
2012
100
100
100
100
100
100
100
100
2013
62
88
84
90
107
102
90
91
2014
56
90
125
94
104
118
91
61
2015
56
103
126
106
99
130
93
52
2016
59
126
128
110
98
122
102
62
2017
64
99
133
110
105
124
100
49
2018
66
134
132
112
99
127
117
52
2019
70
163
141
122
119
131
122
42
2020
115
190
200
134
143
139
130
214
2021
126
176
261
178
215
137
167
244
Bron: Uitgaven OCW, Artikel 14: Rijkfinancien.nl/ Jaarverslagen OCW/ Artikel 14. Uitgaven Provincies en gemeenten: CBS, Detaillering cultuurlasten gemeenten en provincies 2017, 2019, 2020 en 2021.
Voorbeeld taartdiagram
Oordelen basisonderwijs, 2020
% po-scholen naar oordeel Inspectie
Bron: Inspectie van het Onderwijs
De meeste scholen in Nederland zijn op 1 januari 2020 van voldoende of goede kwaliteit (97,9%). 1,5% is beoordeeld met een onvoldoende en 0,6% met 'zeer zwak'.
Oordeel
2020
Voldoende-goed
97,90%
Onvoldoende
1,50%
Zeer zwak
0,60%
Definitie: Het percentage basisscholen dat naar het oordeel van de Inspectie voldoet aan de basiskwaliteit, uitgedrukt in voldoende/goed, onvoldoende en zeer zwak.
Tot augustus 2017 sprak de Inspectie over toezichtsarrangementen in plaats van oordelen en werden de scholen beoordeeld als basis, zwak en zeer zwak.
Bron: Inspectie van het Onderwijs
Beschikbaar: Jaarlijks in mei
Publicatiedatum: 20 mei 2020